De R.K. Kerk in Muiden: geschiedenis in vogelvlucht. Muiden is een van de oudste nederzettingen van ons land. In zeer oude documenten wordt het al vermeld, met name in een oorkonde van 21 april 953. Hierin geeft de latere keizer Otto I aan de Kerk van St. Maarten gesticht in Trecht (Utrecht) enige goederen, onder meer die van ‘Villa Amuda’ met de tol daar. Amuda is het latere Muiden, dat lang dienst zal doen als voorhaven van Utrecht. Al eerder, rond 900 n. Chr. is het dorp genoemd als ‘Amuthon’ in een opsomming van de bezittingen van de abdij van Werden (bij Essen), waarbij sprake is van een kerk en kerkland. Deze kerk is gesticht door de H. Liudger (742-809) die als eerste inheemse missionaris hier het werk van de angelsaksers Willibrord en Bonifatius voltooide en ook de stichter is van de abdij in Werden. Net als in Muiderberg zal het kerkje van hout zijn geweest, ander bouwmateriaal was er nog niet. Voor de ‘kathedraal’, in feite een piepklein zaalkerkje dat Willibrord als eerste bisschop van Utrecht liet bouwen, werden stenen uit de ruïne van het romeinse castellum gebruikt. Al hebben de houten kerkjes, hier gesticht als gebouw, niet veel voorgesteld, kostbaarheden waren er waarschijnlijk wel. Liudger hechtte veel waarde aan relikwieën; en hij ging speciaal naar Rome om ze te bemachtigen. Hij nam ze mee op zijn lange missietochten, want voor de stichting van een kerk was een relikwie nodig die in het altaar werd verborgen. Voor de liturgie was ook een boek onmisbaar en in die tijd, toen nog niemand kon lezen en schrijven, was dat een uiterst zeldzaam en kostbaar bezit. Het handschrift dat in de liturgie werd getoond of rondgedragen, was ook dikwijls rijk versierd met goud en edelstenen om te benadrukken hoe belangrijk het woord van God was dat daaruit opklonk. De kostbaarheden in kerken en kloosters waren een aantrekkelijke buit voor de heidense Vikingen. Kort nadat Liudger de kerkjes hier had gesticht begonnen zij met hun grote, snelle schepen dood en verderf te zaaien. Ook het houten kerkje van Muiden, dat overigens niet op de plek van de huidige Grote Kerk stond, zal afgebrand zijn. Als de rust na meer dan een eeuw is weergekeerd, begint de streek weer op te leven: in Muiden wordt weer tol geheven, er is scheepvaart en handel.
Romaanse toren Muiden
Het belang van Muiden blijkt ook uit het feit, dat er omstreeks 1150 een tufstenen kerk in romaanse stijl werd gebouwd, waarvan de toren, die 28 m hoog is, nog altijd overeind staat. De bouw was een hele prestatie, want de stenen moesten worden aangevoerd over de Rijn in schepen die nog niet veel meer dan uitgeholde boomstammen waren. Er is heel wat aan de toren gerestaureerd en gemetseld, maar de kantelen zijn wel oorspronkelijk en er zijn sporen van vensters die als uitkijkgat hebben gediend. Dit alles wijst erop dat de toren van de kerk ook een militaire functie had, wat voor de hand ligt gezien het feit dat het Muiderslot ter verdediging van de Vecht pas veel later, tegen 1300, wordt gebouwd. De kerk zelf werd omstreeks 1425 in groter formaat en gotische stijl herbouwd. In de toren hangen twee klokken; de grootste, van meer dan 1 m doorsnee met twee beeldjes van St. Nicolaas op zijn flanken, draagt het opschrift: Sancte niclaes is myn naam myn gheluit is voer god bequaam henricus de borch me fecit Anno domini m cccc xxv. Deze klok uit 1425 is dus gewijd aan de heilige naar wie onze parochie genoemd is.
In de 80-jarige oorlog werd bij het zgn. Verdrag van Satisfactie afgesproken dat de godsdienst die op dat moment werd uitgeoefend, behouden zou blijven, maar dat niemand in zijn geloof gehinderd mocht worden. Muiden was in die tijd nog katholiek, maar door de toenemende druk van de Calvinisten veranderde dat. In 1581 vond de ‘Alteratie’ plaats: de roomsen werden vervangen door aanhangers van de nieuwe religie. De St. Nicolaaskerk werd overgenomen en het St. Catharinaklooster voor nonnen opgeheven. De katholieken hadden het aanvankelijk bij tijd en wijle zwaar te verduren, maar na het einde van de 80-jarige oorlog in 1648 werden zij getolereerd, althans als zij zich maar koest hielden en bijeenkwamen in een ruimte die van buiten niet op een kerk leek, de zgn. schuilkerk. Vanaf die tijd was er ook steeds een priester.
De schuilkerk stond lang in de Naarderstraat. In het begin van de 19de eeuw was dit kerkgebouwtje geheel in verval geraakt en veel te klein geworden voor het grote aantal parochianen. In 1795, als de Muiers rond de vrijheidsboom dansen, pleit het Armbestuur ervoor dat de stadschirurgijn ook de Roomse armen mag bedienen en dat die ook mogen meedelen in de opbrengsten van armenbussen die in de herbergen en elders staan. Het ligt voor de hand dat er nu ook een echte kerk komt voor de katholieken. Ingenieurs van Rijkswaterstaat verzorgen ontwerp en uitvoering. Deze ‘waterstaatskerken’ uit de eerste helft van de 19de eeuw met hun heel eigen stijl vinden we ook elders in Nederland. Door de deplorabele financiële situatie van Muiden kwam de kerk pas in 1894 gereed. De r.k. parochie van de H. Nicolaas heeft zich geheel gerehabiliteerd. In 1900 kreeg zij een eigen begraafplaats. In 1910 werd een R.K. lagere school gesticht.
|